30.8.05

Suspicious Delicious

Sint-Truiden – en straks de rest van Vlaanderen? – staat op z’n kop! De oorzaak is een kunstwerk van Lara Almarcegui: “De Puinhoop”. En die titel is letterlijk te nemen; de hoop puin die gepresenteerd wordt als kunstwerk is het overblijfsel van een gesloopte woning. De kunstenares had de bedoeling met dit werk of statement een aantal vragen op te roepen. Maar in plaats van vragen op te roepen, roept het bij een aantal mensen, ,iet gehinderd door enige filosofische reflectie, enkel maar agressie op. En dadelijk springt de commerciële zender mee op de kar: kijkcijfers gegarandeerd als je populisme in de ring brengt tegen de rede ... en vrees ook dat de uitslag op voorhand gekend is. Mijn conclusie is dan: dergelijke kunst blijft noodzakelijk om de rede als maatschappelijke drijveer actueel te houden tegen alle platte “Völkische Beobachtung” in.
Nochtans had ik bij dit kunstwerk eerder een déja vu: in de jaren ’70 zag ik ooit een werk van het Brusselse kunstenaarscollectief “Mass Moving Group” dat de mens moest voorstellen. Men had namelijk alle ingrediënten, materialen, stoffen e.d. waaruit een menselijk lichaam is opgebouwd, samengebracht in een ton, met als resultaat een bruin-grijze smurrie. De vragen dat dit werk opriep lijken mij identiek aan de ideeën die “De Puinhoop” opwekt.... Alleen heb ik geen weet van enige agressie in die tijd, wel een meer positieve benadering: een (vrouwelijke) biologieleerkracht had naar aanleiding van die “samengestelde mens” de kostprijs berekend aan de hand van de gangbare wereldmarktprijzen voor grondstoffen en was tot de conclusie gekomen dat een vrouwenlichaam duurder was dan het mannelijke. Is er niemand in de bouwsector die ook zo’n oefeningetje maken kan?

26.8.05

Autonaut op cosmostrade. (deel 9)

Miltenberg aan de Mainz (http://travel.roughguides.com/roughguides.html )was onze volgende halte. Een mooi stadje met op de rechteroever van de rivier, vlak bij het historische centrum, een rustige camping. Het middeleeuwse centrum doet wat popperig aan, maar is best gezellig om in rond te wandelen. Spijtig is daarentegen dat de “Rough Guide” gewag maakt van een “tiny medieval synagogue” ergens verscholen achter een brouwerij, maar we hebben ze niet gevonden, zelfs geen enkele verwijzing er naar...
Wat wel prominent aanwezig was in deze stad, was de verwijzing naar diverse “Nordic walking-parcours” Eerst hebben we het gemakkelijke traject (zo’n 13 km) door de “Frankischer Rotwein”-gaarden gewandeld. Naast de schoonheid van het landschap is ons ook de “Nordic walking”-ervaring bijgebleven: deze methode die oorspronkelijk bedoeld was als zomertraining voor Langlaufers, maakt dat je sneller en met een kleinere belasting van de benen, kan wandelen. Geen toeval dat je vrij veel oudere mensen tegenkomt die deze techniek gebruiken. Zelfs als de benen niet meer zo goed mee willen, blijf je mobiel.
Gezien de positieve ervaring, waagden we ons de volgende dag aan een zwarte piste ( men gebruikt blijkbaar de gangbare codes uit de skisport): 18 km berg op en af, maar de moeilijkheidsgraad bleek mee te vallen.
De planning van onze tocht was rudimentair: oostwaarts tot Uherské Hradisté, maar nu werd een andere structuur zichtbaar: we doorkruisten Europa van west naar oost, maar wel aan de hand van de grote rivieren: die rivieren die je moet volgen om van de Noordzee de Zwarte Zee te bereiken. Dat traject werd allicht ook door de kruisvaarders grotendeels gevolgd... maar ook deze keer zal ik niet de ridder worden die te vuur en te zwaard zijn waardheid zal opdringen aan al wie hem voor de voeten loopt.

24.8.05

Autonaut op cosmostrade. (deel 8)

En ja, winkelen met de woonmobiel, hoe doe je dat? Gelukkig hebben de meeste supermarkten een ruime parking en heb je voldoende ruimte om je voertuig te parkeren zonder anderen en jezelf schaakmat te zetten. Omdat je niet altijd kan kiezen welk warenhuis je op het gevolgde traject tegenkomt, stopten we bij één van de Lidlketen. Gelukkig had ik voldoende cash op zak, want in dit filiaal werden geen buitenlandse bankkaarten aanvaard, allicht om de kosten te drukken... Maar kom, een goede prijs-kwaliteit verhouding is ook niet onbelangrijk. Tot ik een paar dagen later in de Süddeutsche Zeitung las dat diezelfde Lidlketen een filiaal in de Duitse stad Calw sluit, officieel omwille van povere omzetresultaten, maar als je de versie leest van de vakbond ( http://www.verdi.de/handel/einzelhandel/unternehmensinformationen/lidl ) dan blijkt het te gaan over het feit dat het personeel van dat filiaal zich niet alleen aangesloten had bij een vakbond, maar het ook aangedurfd had om 1 – zegge en schrijve één – dag gestaakt had tegen een al te onmenselijk arbeidsklimaat. Voortaan is winkelen bij Lidl dus taboe: als mijn profijt het gevolg is van dergelijke wantoestanden, dan schept dat wel degelijk een gewetensprobleem: evenmin dat ik goedkope koffie wens te drinken ten koste van de zuiderse koffieboeren, maar kies voor het Fair Trade product, wil ik besparen op het huishoudbudget ten koste van Europese sociale verworvenheden zoals het recht op vakbondswerk en staken.

22.8.05

Autonaut op cosmostrade. (deel 7)

Boven op de Loreley kan je een mooie wandeling maken die loopt door de wijngaarden om daarna van de Rijn weg over te gaan in bos. Wat opvalt zijn de zeer steile hellingen waarop zich hier (was ook al het geval in de Moezelstreek) de wijngaarden bevinden. Veel van de boeren hier zijn maar halftijds (zoals vroeger de Kempische keuterboeren), meer bepaald voor & na, bezig met wijnbouw. Verder hebben ze allemaal een “gewone” job om van een fatsoenlijk inkomen verzekerd te zijn.
Op zo’n wandeling wordt de sfeer heel dikwijls bepaald door het gedrag van onze twee Beagles. Ze maken nu al vijf jaar deel uit van ons gezin en zijn door hun geaardheid (enthousiaste jachthonden met het nodige instinct en toch ook zeer communicatief naar humane tweevoeters) onmisbare compagnons tijdens wandelingen.
Het was zeer opvallend dat in de Duitse bossen (en later ook in de Tsjechische) hun jachtinstincten meer dan ooit werden aangesproken. Rustig wandelend, stoten onze hondjes plots op een geurspoor dat ze dan driftig laverend in alle richtingen volgen, desnoods stijl de kant op wanneer we toevallig in een holle weg zijn; niets kan hen stoppen... behalve het einde van de lijn en op zo’n moment snap je (en voel je aan je schouders) waarom alle kynologische publicaties aanraden om Beagles aangelijnd te houden opdat ze niet voorgoed hun neus achterna zouden gaan. Deze wandeling eindigde rond het middaguur in een klein dorpje (Bornich) waar geen levende ziel op straat te bespeuren viel, gelukkig maar want één van onze honden vond dat ze recht had op een verfrissend bad na de inspannende pseudo-jachtpartij, op het centrale dorpsplein had ze nog voldoende energie om in de plaatselijke fontein/pomp (zo’n immense stenen kuip waar constant ijskoud water in loopt) te springen en een paar slagen in het rond te zwemmen. De andere liet zich niet onbetuigd en volgde het goede voorbeeld. Niemand iets gezien, dachten we. Een straatje verder was een kleine kruidenierswinkel maar gezien het middaguur gesloten, dachten we. Maar samen met ons arriveerde een auto aan de parking van de zelfbedieningszaak. Een man stapte uit en ontsloot de winkeldeur. Na kort overleg ging ik binnen op zoek naar een filmpje voor het fototoestel en een paar blikjes frisdrank. Ik vond wat ik zocht, betaalde aan de man die meteen het licht uit deed en samen met mij de winkel verliet en vertrok. Het had een promospotje voor Spar kunnen zijn: waar & wanneer maakt niet uit, ieder wordt steeds op z’n wenken bediend.

21.8.05

Autonaut op cosmostrade. (deel 6)

We volgen de Moezel tot in Koblenz waar hij samenvloeit met de Rijn. Vanaf daar rijden we stroomopwaarts langs de Rijn (op de rechteroever). Qua landschap is de Rijn even idyllisch als de moezel, alleen wat groter en imposanter. Wat opvalt (en later bevestigd wordt door mijn toeristische Duitsland-bijbel: “GERMANY” in de reeks “Rough Guides” - http://www.roughguides.com/ - Deze reeks is mijns inziens onovertrefbaar: degelijke info gecombineerd met de nodige relativerende humor): er zijn geen bruggen over de Rijn tussen Koblenz en Mainz, wel veerponten. In Sankt Goarshausen vonden we het tijd om een camping op te zoeken en verlieten de Rijnoever om links af de wegwijzers te volgen die ons bovenop de Loreley-rots zouden brengen waar tevens een camping was. Het uitzicht vanaf van daar uit was ontzettend mooi: diep onder ons stroomde de Rijn en zagen we de schepen met duidelijk zichtbare moeite (allicht wordt op dit punt zeer veel stuurmanskunst gevraagd van de schippers) de bochten aansnijden. Beeld je dan daarbij nog in dat op de smalle oevers niet alleen autoverkeer was, maar ook een drukke spoorlijn en je krijgt een prentje dat iedere oudere jongen de link laat leggen met die onbereikbare “Märklin-landschappen” uit hun jeugd. Meisjes daarentegen neuriëren op zo’n moment “...Ich weiß nicht was soll es bedeuten, Daß ich so traurig bin ...” en komen langzaam tot literaire associaties & inzichten:

Aus der Heimkehr
Daß ich so traurig bin;
Ein Märchen aus alten Zeiten,
Das kommt mir nicht aus dem Sinn.

Die Luft ist kühl und es dunkelt,
Und ruhig fließt der Rhein;
Der Gipfel des Berges funkelt
Im Abendsonnenschein.

Die schönste Jungfrau sitzet
Dort oben wunderbar;
Ihr goldnes Geschmeide blitzet,
Sie kämmt ihr goldenes Haar.

Sie kämmt es mit goldenem Kamme
Und singt ein Lied dabei;
Das hat eine wundersame,
Gewaltige Melodei.

Den Schiffer im kleinen Schiffe
Ergreift es mit wildem Weh;
Er schaut nicht die Felsenriffe,
Er schaut nur hinauf in die Höh.

Ich glaube, die Wellen verschlingen
Am Ende Schiffer und Kahn;
Und das hat mit ihrem Singen
Die Lore-Ley getan.
Heinrich Heine

19.8.05

Autonaut op cosmostrade. (deel 5)

Dat het vuur mag blijven branden, ondertussen een kop koffie drinkend... een ritueel ontleend aan Michiel Hendrickx die het introduceerde in z’n programma “Het Bourgondisch complot” (spijtig genoeg is er geen link te vinden die maar enigszins verwijst naar dit mooie, pretentieloze programma) waar hij voluit de onthaasting propageerde. Het rustig voortkabbelen van de ene interessante plek naar de andere, is wat ook ons aanspreekt, zij het dan niet te water maar via de secundaire wegen.
Rituelen: stilaan komen we op een leeftijd dat rituelen terug een kans krijgen in ons dagelijks leven. Meer en meer ervaar ik ook het bezoeken van kunsttentoonstellingen, waardevolle oude gebouwen (waaronder kerken) of een natuurverschijnsel als een ritueel, een bewust gekozen confrontatie met de wezenlijke dingen van het leven, een confrontatie die een puur individuele beschouwing en reflectie mogelijk maakt die resulteert in een gemoedsrust waarmee je het leven & de dood tegemoet kan treden zonder ijdele hoop op meer dan dit aardse tranendal te bieden heeft.
Even wordt de contemplatieve rust aan de Moezel verstoord als een oude omgebouwde Renault bestelwagen zich naast ons parkeert. Een bejaard Frans koppel met twee kleinkinderen komen danig bezweet uit het voertuig gekropen. De oma maakt heel wat drukte en wanneer ze tenslotte staan zoals het volgens de oma zou moeten, komt opa naar ons toe en begint een praatje over z’n verlichtingssysteem in z’n Renault dat werkt op zonne-energie. Van ver roept oma: “Ha, die spreken Frans?” en dadelijk komt ze er bij staan en praat gretig mee. Bleek dat ze geen woord Duits kenden, noch begrepen en dus op ons waren aangewezen om de prijzen en geplogenheden op deze parking toe te lichten (alle informatie stond op een groot bord aan de inrit...). Mogen wij ons toch gelukkig prijzen dat we na al die jaren nog steeds de vruchten plukken van het ooit genoten taalonderwijs en de daarmee ingeprente attitude om snel een minimum aan vreemde woordenschat op te pikken : quasi nergens in Europa voelen wij ons analfabeet.

17.8.05

Autonaut op cosmostrade. (deel 4)

Vanuit de hoogte had ik dus een schitterend zicht op de Moezelvallei. Het is mooi maar ondertussen al te zeer ontsierd door dorpen & steden die enkel nog bestaan ter meerdere eer en glorie van het toerisme. Deze vallei lijkt zeer sterk, niet op een toeristenval, maar door haar vorm op een toeristenfuik en geen ontkomen aan. En toch: uiteindelijk moet je toch ergens halt houden. In het weinig interessante dorpje Ensch bleek er wel een Wohnmobilhafen te zijn en gezien de beperkte toeristische uitstraling van dit oord, zeer rustig. We parkeerden onze woonmobiel zo dicht mogelijk bij de Moezeloever. Dadelijk ondervonden we dat horizontaliteit aangewezen, maar niet zo eenvoudig te verwezenlijken is. Gelukkig was er weinig volk in de buurt want een eerste maal ben je wel even zoet: vooruit, achteruit, de gele “leveler-blokken” voor de wielen leggen, vooruit, stoppen en de handrem optrekken maar dan laat je de voetrem los en bolt het gevaarte een vijftal centimeter achteruit, voldoende om het broze evenwicht daarnet nog afgelezen op de waterpas, te laten verdwijnen… dus opnieuw: vooruit, achteruit, de blokken wat verder in deze of gene richting verlegd en uiteindelijk blijken we ons evenwicht gevonden te hebben aan de Moezel. Dit moet gevierd met een tasje 100% gemalen arabica koffie ( Bio-Gold-koffie van Oxfam, zie ook: http://www.oww.be/ ), klaargemaakt in een klassieke Bialetti ( http://www.bialetti.com ): dat het vuur blijve branden!

16.8.05

Autonaut op cosmostrade. (deel 3)

Net als Julio & Carol kennen we dat gevoel, die merkwaardige ervaring dat de autostradeparkings, alhoewel desolate betonwoestijnen met enkel de geur van benzine & rubber en het geraas van zij die nog niet aan stoppen toe zijn, er bij horen als ornament van de jaarlijkse vakantie. Maar stilaan hebben we ervaren dat de secundaire wegen zoveel leuker zijn voor het “onderwegzijngevoel”. Dus beperkten we ons dit jaar tot de 1ste honderd kilometers tot de autostrade om daarna, in de buurt van Trier de cosmostrade te verlaten op zoek naar het echte Duitsland. Vanaf Trier zouden we de Moezel stroomafwaarts volgen. Met de logica van de Franse bewegwijzering in ons geheugen gegrift (na al die jaren toeren in Frankrijk) waren we al snel afgedwaald en heeft het een tijdje geduurd voor we uit de buurt van Trier geraakten en de Moezel eindelijk konden volgen, richting Koblenz. De Duitse wegwijzers vergen een heel gedetailleerde kennis van de regio waar je doorrijdt, want enkel de eerst volgende dorpjes of gemeenten staan aangegeven, dus niet zo als in Frankrijk waar in elk godvergeten gat minstens één wegwijzer te vinden is die wijst naar Parijs. Eens de weg gevonden die langs de Moezel loopt, was het leed geleden en konden we genieten van het mooie landschap. Vanuit je hoge zetel in de woonmobiel heb je een prachtig panoramisch zicht en krijg je de neiging om gewoon voor de lol te cruisen. Op die momenten kwam bij mij het gevoel dat zo’n woonmobiel zeer vergelijkbaar is met een plezierboot.

15.8.05

Autonaut op cosmostrade. (deel 2)

Met de woonmobiel reizen, betekent dat je niet voor dag en dauw de baan op moet. Je kan gewoon uitslapen en dan rustig vertrekken in de wetenschap dat waar en wanneer je maar wil, je kan stoppen om te picknicken, de krant te lezen, siësta te houden of zelfs gewoon zelfs een dag of langer halt te houden. Want uiteindelijk rijd je rond in een paar vierkante meter die net zoveel comfort biedt als thuis. Deze vakantie stond dus niet in het teken van een te bereiken doel, wel belangrijkwas: “het onderweg zijn”. Misschien is dit wel de zin die ieder van ons aan z’n leven moet geven: onderweg zijn en zoveel mogelijk ervaren, uiteindelijk is het doel dat je bereikt, tenzij je religieus bent, niet iets om naar uit te kijken, dan liever wat langer onderweg...
Met dit inzicht en gevoel waren we dus op weg naar de Moezelstreek. Wist ik veel dat mijn bespiegelingen een paar dagen later een referentiepunt kregen in de Sueddeutsche, in een artikel ( http://www.sueddeutsche.de/kultur/artikel/704/57647/ ) over de reis die Julio Cortázar en z’n vrouw Carol Dunlop in 1982 maakten van Parijs naar Marseille en daar een boek over schreven met als titel: “Autonauten langs de cosmostrade” waarin ze het verhaal brengen van hun reis over de autostrade naar de zon, meer bepaald hun tocht via alle parkings langs dit traject, waar ze telkens stopten en om de andere parking zelfs overnachtten. Dit boek staat vanaf nu op mijn verlanglijstje. Merkwaardig aan die reis en het boek is dat Carol Dunlop kort nadien gestorven is en Julio Cortázar het boek in z’n eentje heeft moeten afronden om na 15 maanden eveneens te sterven.

14.8.05

Autonaut op cosmostrade. (deel 1)


Deze zomer voor het eerst op vakantie gegaan met de pas aangeschafte woonmobiel ( allicht een Germanisme, maar het andere mobilehome is dan evengoed een Anglicisme...) En omdat er al enige tijd berichten verschijnen in de pers dat je in Antwerpen niet echt welkom bent met een woonmobiel, en zeker niet langs de Scheldekaaien, vertrokken we maar oostwaarts, richting Duitsland. Want het was ons opgevallen bij de voorbereiding dat elke Duitse stad, gelegen aan een rivier en met het nodige zelfrespect een speciaal aangelegde woonmobielparking heeft aan de oever van de rivier. Duitsland heeft ondertussen natuurlijk een historische voorsprong van zo’n 70 jaar (geen 70 punten) op Antwerpen. Onze tocht bracht ons via de Moezel naar de Rijn en verder de Mainz en de Donau. De Zwarte zee zouden we ook deze keer niet bereiken want even voorbij Passau ging het noordwaarts, richting Bohemen om het verste punt van onze tocht te bereiken aan de oevers van de Morawa, een zijrivier van de Donau, in het zuiden van Moravië, meer bepaald in Uherské Hradisté.