22.2.09

Geprangd tussen twee eeuwigheden.

Geprangd tussen twee eeuwigheden.


Het hoofd zwaar, het lijf onwillig :

zo weet ik met het leven weinig blijf

breuklijnen die elkaar vinden, steeds weer vinden

schijnbaar toevallig, ogenschijnlijk moeiteloos

ongeïnteresseerd, de natuur geëigend.


Het praten zwaar, het oor onwillig

want waar het hart van vol is

loopt het oor zelden vol.


Maar het voelen tussen adem en zucht:

meer dan ooit zit ik geprangd tussen oneindigheden,

eeuwigheden van nog niet te leven en reeds dood


Geen opmerkingen: